Indicatie

• Postoperatieve urineretentie
• Blaasatonie bij neurologische aandoeningen
• Aanvullende behandeling bij revalidatie van de blaasfunctie

Gebruik

Volwassenen

• Startdosis: 5 mg (1/2 tablet)
• Deze dosis 1 of 2x herhalen met een half uur tussenpauze tot het gewenste effect verkregen wordt
• De actieve dosis 3 à 4x /dag innemen
• Indien nodig de dosis geleidelijk verhogen tot 20, 30 of 50 mg (2, 3 of 5 tabletten), 3 of 4x /dag
• Maximale dosis: 200 mg/dag

Kinderen

• 0,3 tot 0,6 mg/kg lichaamsgewicht/dag, verdeeld over 3 tot 4 innamen

Toedieningswijze

• Om misselijkheid of braken te voorkomen, bij voorkeur ver van de maaltijden toedienen

Contra indicatie

• Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van
  de in "Samenstelling" vermelde hulpstoffen.
  - Bij organische obstructie der urine- of spijsverteringswegen;
  - Na operaties, bij onvoldoende sluiting der hechtingen;
  - Bij bronchiaal astma of bij personen die aan astma-aanvallen onderhevig zijn.